Begin deze eeuw was een dieptepunt voor veel schooltuinen in Nederland, maar ongeveer vanaf 2020 is er een opleving in de waardering van schooltuinen. De positieve effecten van een schooltuin voor een kind worden veelvuldig onderzocht en bewezen.
Natuurlijk heeft de VLS zich aangesloten bij de Alliantie Schooltuinen. Samen met Natuur- en Duurzaamheids Educatie (NDE) gemeente Leiden en enkele schooltuincoaches en adviseurs kunnen we scholen helpen met het ondersteuningsfonds schoolmoestuinen. Iedere school kan advies krijgen, subsidie (500 euro) voor materialen of de inhuur van een schoolmoestuincoach. Wil je in contact komen met een schoolmoestuinadviseur: mail of bel naar nde@leiden.nl 06-18889760 of 06-40459617.
De alliantie Schooltuinen is een groeiende beweging van schooltuin-enthousiastelingen. Spelers zijn gemeenten, schoolmoestuinexperts, professioneel en vrijwilligers, scholen, bedrijven en ouders. De Alliantie Schooltuinen zet zich in om elk kind in de basisschooltijd toegang te geven tot een schooltuin. Daar kunnen ze zelf zaaien, verzorgen en oogsten van groente en bloemen. In de schooltuin komen de kinderen samen met de natuur tot bloei. Schooltuinieren legt een basis voor een gezonde smaak, duurzaam gedrag en laat kinderen hun natuurtalent ontwikkelen.
In Nederland bestaan al sinds 1918 schooltuinen. Het initiatief voor de oprichting lag meestal bij onderwijzers en particulieren. In de grote steden was het telen van groente voor eigen voedselvoorziening een belangrijke beweegreden om te starten met tuinen.
Klaas Dilling was een groot voorvechter van de schooltuinen in Nederland. Het is bekend dat hij in 1925 te gast was in Leiden. In onze sleutelstad heeft hij een lezing gehouden over het belang van school- en werktuinen. Ten tijde van zijn lezing waren er ongeveer 23 schooltuinen in Nederland en al snel had Leiden er ook één. Op 5 juli 1926 verstrekte de gemeenteraad subsidie aan de net opgerichte vereniging, toen nog geheten de Vereeniging School- en Werktuinen.
In de jaren tachtig is geprobeerd de originele statuten te vinden in het Leids archief, maar voor de eerste Leidse schooltuinen stelde de gemeente een stuk grond beschikbaar aan de Fruinlaan, op de plek waar toen nog geen bebouwing was. Aanvankelijk kwamen de financiële middelen van particuliere zijde.
De Hortus botanicus verleende steun met gereedschappen en personeel. Het gereedschap stond in de Hortus en kwam per handkar naar de tuintjes. De kinderen tuinierdern vroeger na schooltijd, maar soms wel met hun onderwijzer. In 1937 moesten de tuintjes plaatsmaken voor de bouw van het stedelijk gymnasium. De vereniging huurde toen een stuk grond aan de Marnixstraat. Met de herinrichting van de Tuin van Noord zijn de tuintjes daar inmiddels wel wat opgeschoven. Uit de periode 1926 tot 1963 is weinig bronnenmateriaal bewaard gebleven. Ieder jaar moeten zo'n 200 to 400 kinderen in die tijd een tuintje gehad hebben aan de Marnixstraat.
Als hortulanis van de Hortus botanicus erfde de heer Bavo Bruinsma in 1963 het voorzitterschap van de Leidse schooltuinvereniging. Er was overleg met de gemeentelijke afdeling Plantsoenen. Bruinsma heeft zich 35 jaar ingezet voor de schooltuinen en met succes. Hij pleitte lange tijd samen met het IVN voor de aanstelling van een speciale schoolbioloog om het schooltuinwerk te verbeteren en in Leiden de natuureducatie op poten te zetten. Eind 1977 startte Frits van der Sluis als schoolbioloog. Sinds die tijd is er een nauwe samenwerking tussen de vereniging Leidse Schooltuinen en de gemeentelijke Natuur- en duurzaamheidseducatie (NDE, voorheen NME). De schooltuinen zijn altijd verzorgd door de VLS; de medewerkers NME verzorgden tot 2017 een programma vooral voor basisschaolen met lespakketten en leskisten voor op school, en diverse excursies in de Leidse Hout, Heempark, park Cronesteyn en in de wijken.
De verenigingsvorm voor de schooltuinen is vrij uitzonderlijk in Nederland. Het voordeel is dat een vereniging zelf subsidies bij fondsen kan aanvragen. Bovendien kunnen leden opkomen voor het schooltuinwerk.
In 1980 was een concept- nota Schooltuinen verschenen (niet aangenomen) waarin bepleit werd voor meerdere schooltuincomplexen verspreid door de stad, zoals die in Amsterdam, Rotterdam en Zoetermeer enz. ook bestaan. Van 1986 tot 2011 zijn er toch 4 locaties bijgekomen, zodat de schooltuinen dichter bij de meeste scholen liggen. Het werk werd wel intensiever en van 1993 tot 2005 heeft de VLS korte tijd een vaste tuincoördinator / tuinleider gehad die zijn aanstelling had bij de gemeentelijke NEM (Natuur- en milieueducatie). Hij heeft de schooltuincomplexen een meer educatieve inrichting en programma gegeven. Daar hoorde een beestjestuin bij, een kruidentuin, graanakker en een bijenstal. En met hulp van de vrijwilligers in die tijd kwamen ook het Goudsbloemproject, de Soeples, de Bijenles enzovoort.
In 2004 was in Nederland het aantal schooltuinen drastisch afgenomen door bezuinigingen. Ook voor de VLS begon een periode van zwaar weer. De baan van tuincoördinator verdween. De vereniging moest drastisch besparen om te kunnen overleven. De vrijwilligers hebben de schouders eronder gezet en gingen zelfstandig verder, niet meer met een betaalde coördinator , maar gelukkig nog wel met een lagere gemeentelijke subsidie, uit het bugdet van NDE gemeente Leiden. Sinds 2005 werkt Marian Kathmann een aantal uren per week als centrale coördinator voor de VLS. In haar functie als natuur- en duurzamheidseducator had ze zich sinds 1984 al ingezet voor de schooltuinen. Vrijwilligers hebben nu een grote verantwoordelijkheid voor het reilen en zeilen op de verschillende complexen. En zo is de VLS nog altijd springlevend en trots op wat er in Leiden allemaal gebeurt op de schooltuinen.
De Vereniging Leidse schooltuinen bestaat sinds 1926. Elk jaar tuinieren er gemiddeld 600 kinderen op een van de 5 schooltuincomplexen. "Een eigen schooltuintje zorgt voor een ervaring die een leven lang meegaat!"
Blijf op de hoogte en volg ons op social media
Vereniging Leidse Schooltuinen
Telefoon 06 - 404 596 17
E-mail schooltuinenleiden@gmail.com
kvk 40447370